info-steel-43

Types zoals 1.4404 (316L) bevatten ook molyb- deen, een legeringselement dat de corrosiebesten- digheid van roestvast staal verhoogt. Dit type is ook geschikt voor omgevingen, waarin aanzienlij- ke hoeveelheden chloride en zwavel voorkomen. De oppervlakteafwerking is over het algemeen: matglanzend 2B, patroongewalst of met tin gecoat. Roestvast stalen dakplaten hebben een dikte van slechts 0,4 of 0,5 mm en kunnen gemakkelijk worden gesneden en vervormd. Omdat het materiaal zijn vervormbaarheid bij lage temperaturen behoudt, kunnen ook in de winter dakbedekkingswerken worden uitgevoerd - zelfs tijdens periodes van vorst. Onderhoudsvriendelijk ontwerp Een goed ontwerp kan ervoor zorgen dat latere reiniging vergemakkelijkt wordt en tot een minimum beperkt blijft. Bij de keuze van het te gebruiken type roestvast staal moet rekening worden gehouden met het corrosieve karakter van de omgeving. Gladde oppervlakken hoeven minder vaak te worden gereinigd - voor gepolijste oppervlakken wordt een ruwheid van Ra ≤ 0,5 µm aanbevolen. De polijstrichting dient verticaal en niet horizontaal te zijn, zodat het aflopen van water wordt vergemakkelijkt. Patroongewalste oppervlakken zijn voor gebieden met veel verkeer een goede keuze, omdat vingerafdrukken daarop minder goed zichtbaar zijn en kleine deuken en krassen gemaskeerd worden. In tegenstelling tot wat doorgaans wordt aangeno- men, hoeft roestvast staal niet tegen weersinvloe- den te worden beschermd. Integendeel, regelmatige spoeling met regenwater draagt bij tot het voor- komen van vuilafzetting. Spleten en holtes in de constructie moeten worden vermeden, omdat zich daar vervuiling vanuit de lucht kan ophopen. Gevel voor en na de reiniging. Foto: York Property _Façade avant et après le nettoyage. Photo : York Property Des nuances telles que l’inox 1.4404 (316L) contiennent aussi du molybdène, élément d’alliage qui augmente la résistance à la corrosion de l’inox. Cette nuance est également appropriée à des conditions atmosphériques contenant des chlo- rures et du soufre. Les surfaces courantes comprennent une finition d’usine semi-réfléchissante 2B, gravée ou mate étamée. Une tôle de toiture typique ne fait que 0,4 mm ou 0,5 mm d’épaisseur et peut être facilement découpée et formée. Etant donné que le matériau conserve sa formabilité à basse température, les travaux de couverture peuvent également être effectués en hiver, même en période de gel. La conception au service d’un entretien facile Une bonne conception doit permettre de minimiser et faciliter le nettoyage ultérieur. La nuance d’acier inoxydable utilisée doit être choisie en fonction de la nature corrosive de l’environnement. Les finitions lisses permettent de réduire le nettoyage - dans le cas de finitions polies satinées, une rugosité de Ra ≤ 0,5 µm est généralement recom- mandée. Le sens du polissage doit être vertical, et non horizontal, afin de faciliter l’écoulement. Les finitions à motifs gravés constituent un excellent choix pour les zones d’affluence car les empreintes digitales y sont moins visibles et les petites bosses et rayures masquées. Par opposition aux idées reçues, il n’est pas néces- saire de protéger l’acier inoxydable des caprices du temps. Au contraire, un lavage régulier par la pluie permet de prévenir les dépôts. Il faut éviter les crevasses dans la construction et les zones en recul, là où les contaminants atmosphériques peuvent s’accumuler. 79

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MDY=