info-steel-43

De damplanken werden door de bodem van de rivier (alluvium, hoofdzakelijk zand en grind) getrild tot op het vaste gesteente (schalie) met een PTC 34 trilblok. Twee heiframes met enkel niveau, rustend op tijdelijke stalen buizen, werden gebruikt om de damplanken aan te brengen: een voor de 18 diafragmacellen en een voor de twee cirkelvormige eindcellen. De 20 cellen werden opgevuld met granulair materiaal en bedekt met een betonnen plaat waarin ankers werden bevestigd om de cellen te verankeren in de ondergrond. Door de hoge trekkrachten in de sloten van de platte damplanken zijn de diafrag- macellen blijvend waterdicht. Les palplanches plates ont été vibrofoncées jusque dans le fond de la rivière (alluvions, principalement constitués de sables et graviers) dans la roche (schistes altérés) avec un vibreur PTC 34. Deux gabarits, soutenus par des tubes temporaires, ont été utilisés pour l’installation des palplanches: l’un pour les 18 gabions cloisonnés et l’autre pour les deux gabions de fermeture (semi-circulaires). Les 20 gabions ont été remplis d’un remblai granuleux et recouverts par une dalle en béton dans laquelle ont été fixés des tirants afin d’ancrer les gabions dans la roche. Les efforts de traction très élevés dans les serrures des palplanches plates garan- tissent une étanchéité permanente des gabions. 70